Ik begrijp dat een klein land weinig mogelijkheden heeft om een machtig land te weerstaan, en dat daarom een bondgenootschap van meerdere landen aantrekkelijk is om de slagkracht te vergroten. Dit leidt echter ook tot onvoorziene gevolgen die ik hier wil bespreken.
Aan het begin van de twintigste eeuw was er een netwerk aan bondgenootschappen aanwezig tussen verschillende machtsblokken in Europa. Dit leek een logische strategie: een coalitie van meerdere landen kan helpen om conflikten in te dammen en te voorkomen dat deze tot een werkelijke oorlog leiden. De gevolgen zijn te groot om een conflict te laten escaleren.
Dit is voor lange tijd ook het argument geweest voor nucleaire wapens: het effekt dat zij aanrichten is zo groot, dat dit een ieder zal weerhouden ze in te zetten. Deze redenering heeft ons de laatste 50 jaar geholpen, maar is niet onfeilbaar.
Een geslaagde moordaanslag op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand, op bezoek in Sarajevo, heeft er in 1914 toe geleid dat er een oorlog uitbrak op een schaal die niet te voorzien was op het moment van de aanslag. De daden van een individu zette de wereld in vuur en vlam, doordat het de bondgenootschappen verplichtte deel te nemen aan het ontstane conflikt.
De eerste wereldoorlog laat zien dat een onvoorziene gebeurtenis, niet door enig land gewild of gepland, kan leiden tot een oorlog met buitengewone proporties. Het conflikt breidt zich onherroepelijk uit door de inwerkingtreding van de bondgenootschappen die de landen aangegaan zijn.
Om deze reden wil ik hier een lans breken voor bondgenootschappen met een beperkte opzet. Laten we om te beginnen 'de Westerse wereld', voor zover verenigd in de NAVO, opdelen in een aantal kleinere clusters van landen, gebaseerd op geografische, maar ook sociale of politieke eigenschappen.Ik zie drie duidelijk verschillende blokken: als eerste de Verenigde Staten in combinatie met het Verenigd Koninkrijk, als tweede Europa en als derde Turkije. Deze drie blokken hebben duidelijk verschillende geografische, culturele en politieke eigenschappen en het is waanzin om landen met zulke grote verschillen samen te voegen in een militair bondgenootschap. Het leidt tot gezamenlijk optreden in oorlogen, die voor een deel van het bondgenootschap als noodzakelijk gezien worden, maar waar een ander deel eigenlijk niets te zoeken heeft.
Het is voor Nederland wereldvreemd om verwikkeld te raken in oorlogen in Afganistan, Syrie of Irak, om oorlog te voeren met landen die ons niet aangevallen hebben, en die ver van ons bed gesitueerd zijn. Toegegeven met Afganistan waren we niet in een oorlog verwikkeld maar in een 'speciale militair educatieve operatie'.
Willen we echt meevechten in een oorlog als Turkije claimt de aangevallen partij te zijn? Willen we wel vechten tegen Iran of China als de Verenigde Staten besluiten dat deze landen een te grote bedreiging vormen? En los van wat wij zouden willen, Nederland is niet eens in staat om een oorlog te voeren. Aan de ene kant is ons leger wegbezuinigd, en aan de andere kant zijn we ook psychisch niet in staat om oorlog te voeren.
Ik zie Nederland als een land in trauma, als een land dat na het grote debacle in Srebrenica in shock is geraakt en daarna in een grote ontkenningsfase is beland. En zolang wij niet eerlijk zelfonderzoek doen en lessen trekken uit deze geschiedenis, zal ons land vleugellam telkens weer in dezelfde valkuil vallen.
In Srebrenica had Nederland het op zich genomen, in internationaal verband, om de moslimbevolking te beschermen tegen de Servische opponent, maar lieten de soldaten het gebeuren dat, na het drinken van een glas wodka met de Servische bevelhebber, enkele duizenden moslim mannen werden afgeslacht zonder verder in te grijpen.
Ik begrijp de positie van de soldaten: hadden zij moeten vechten tot de laatste man gevallen was in een gevecht tegen een overmacht? Kunnen wij dit van hen verwachten? Wellicht niet. Maar als de Nederlandse regering ruggegraat had getoond en met alle middelen die we tot onze beschikking hadden, ondersteuning had geboden aan deze groep militairen, dan, en alleen dan, hadden zij hevig weerstand moeten bieden, in de wetenschap dat het hele Nederlandse leger onderweg was om hen te ondersteunen en de missie te redden.
De Nederlandse regering heeft nagelaten om deze drastische maatregelen te nemen, misschien terecht. Maar zij vergat om de noodzakelijke conclusie hieruit te trekken: als het conflikt voor ons land niet essentieel genoeg is, dan moeten we er ook niet betrokken bij willen raken. Dan hebben wij daar niets te zoeken, in Srebrenica, in Afganistan, in Syrie of Irak, in Iran of China.